Op de foto, staand: J.A.H.L. Adam, H. Cramer, A.R. Adam (aanvoerder); midden: R.G. Leegstra, Eug. Grivel, F. de Stoppelaar; zittend: P. Dijckmeester, G.G. van der Kaaden, A. van Zanten, L.R. Koolemans Beynen en J.W.F. la Fontaine. In 1897 speelt Ajax voor het eerst in de competitie van de Nederlandsche Voetbal Bond (zie hiernaast). Koolemans Beynen, op de foto hierboven, is onze eerste international die voor het nationale elftal uitkomt. Ook Cramer en De Stoppelaar zullen in 1900 uitkomen voor het Nederlands elftal evenals Grivel en Van Zanten in 1901.

Op deze foto het Nederlands elftal waarin voor het eerst ook een speler van Ajax Leiden debuteert. Koolemans Beijnen zal op 2 april 1899 aantreden tegen de English Wanderers. Nederland verliest in Den Haag de wedstrijd met 1-6.

Ajax (voetbal) wordt op superieure wijze kampioen van de gehele tweede klasse. Er wordt in twaalf wedstrijden niet verloren, de doelcijfers (64-6) liegen er niet om en de promotie naar de eerste klasse is dan ook dik verdiend. Het jaar wordt nog gedenkwaardiger door de uitnodiging die Koolemans-Beijnen krijgt om aan te treden in een vertegenwoordigend Nederlands team. Koolemans-Beijnen is de eerste van de in totaal zeven voetballers van Ajax en later ASC die het oranjeshirt dragen. Vijf doen dat nog in onofficiële wedstrijden van het Nederlands elftal. Twee (Iman Dozy en Henk Wamsteker) komen in ’echte’ interlands uit. Het complete lijstje ziet er als volgt uit: L. Koolemans Beijnen (1899); H. Cramer en F. de Stoppelaar (1900); A. van Zanten en E. Grivel (1901); I. Dozy (4x - vanaf 1907): Nederland - Engeland (1-8, 2-12) en Nederland - België (3-1 en 1-2); H. Wamsteker (1925): Nederland - Denemarken (4-2). Wamsteker speelde in 1929 nog een interland (tegen België), maar was toen lid van HFC. David Wijnveldt, dertienvoudig international namens UD, speelt eveneens een jaar voor Ajax. De mobilisatie tijdens de eerste wereldoorlog brengt hem in Oegstgeest. Als speler van Ajax komt hij echter nimmer voor het Nederlands elftal uit.